Wandelend blad, Phyllium sp.

Vroeger stond deze soort bekend als Phyllium sp. Wandelende bladeren vallen onder de groep Phasmida, waar ook de wandelende takken onder vallen. De wandelende blaadjes kunnen van verschillende soorten zijn, maar vallen altijd onder de grote soorten, vandaar hieronder de informatie over het reuzenblad.

De informatie hieronder gaat hoofdzakelijk over de PSG72.

Uiterlijk en Oorsprong

De soort leeft alleen in westelijk Maleisië en is de grootst bekende soort.

Het dier heeft een uitstekende camouflage: het lichaam lijkt sprekend op een rafelig blad. Niet alleen is de kleur groen en het lijf plat en ovaal, ook worden de nerven nagebootst. De poten zijn bruin en hebben inkepingen en lijken onregelmatig. Hierdoor wordt het voor een potentiële vijand nog moeilijker om ze te zien. Als het dier toch gevangen wordt, houdt het zich dood, want insecteneters eten geen dode insecten en laten het wandelend blad soms vallen. Dit is tevens de enige verdediging, een wandelend blad is verder volkomen weerloos.

Een volwassen vrouwtje is ruim 13 cm. (PSG278 blijft een stukje kleiner met 8 cm als max.)

Voortplanting

De voortplanting is bijzonder. Er komen in de natuur wel mannetjes voor maar deze zijn niet benodigd bij het kweken van dieren in gevangenschap. In gevangenschap zijn dus alleen vrouwtjes beschikbaar. De vrouwtjes krijgen dan onbevruchte eitjes die echter wel uitkomen en allemaal vrouwelijk zijn. Dit wordt maagdelijke voortplanting (parthenogenese) genoemd. (Bij PSG278 komen ook mannetjes voor, die zijn kleiner en smaller en kunnen met flinke vleugels redelijk vliegen.)

Ontwikkeling

Alle exemplaren die door middel van parthenogenese worden geboren zijn vrouwtjes. Bij deze soort komt ook gynandromorfisme voor: het verschijnsel dat een exemplaar vele mannelijke kenmerken bezit, maar toch vrouwelijk is. Jonge dieren worden nimfen genoemd en zijn tot de eerste vervelling roodbruin. Als de nimfen net uit het ei zijn gekomen lijken het net spinnetjes. Later als ze gaan eten kleuren ze bij naar groen. De eitjes komen na 5 tot 6 maanden uit en het duurt bijna een jaar voor de dieren volwassen zijn. De blaadjes doorlopen 8 stadia van vervelling.

Huisvesting

Reuzen wandelend blad wordt gehouden op kamertemperatuur. Ongeveer 20 ^o tot 25^o Celsius. Ze hebben minimaal een terrarium nodig van 20cm lang x 20cm breed x 40cm hoog. Zo’n bak is geschikt voor de huisvesting van ongeveer vijf volwassen dieren. Er dient voldoende ventilatie te zijn.

Voeding

Ze leven van braamblad. Indien beschikbaar een takje rozenblad of eikenblad.

Een jampotje met gaten in de deksel dient als vaas voor de takjes braamblad. Hiermee wordt voorkomen dat eitjes en nimfen in het water terecht komen en blijft het bramenblad een week tot veertien dagen goed.

Het is van belang dat het klimaat relatief droog is in de bak. Dit wordt bereikt door beperkt met een plantenspuit te sproeien. De dieren drinken van vocht uit vers blad. Zorg dus altijd voor vers braamblad waarbij de takken/stengels in vocht zitten zoals hierboven omschreven.

Vastpakken en verplaatsen

Soms is het nodig de wandelende bladeren te verplaatsen. De kleine exemplaren kun je het makkelijks aan de punt van de “staart ”pakken en eventueel voorzichtig lostrekken als zij zich vasthouden. Vind je dit eng dan is een lepel een uitkomst. Met een beetje handigheid lopen ze hier vanzelf op. De grotere exemplaren pakje voorzichtig vast. Als ze zich vasthouden aan een takje niet hard doortrekken. Je kunt ze ook zo manipuleren dat ze zelf op je hand lopen.

Braamblad vervangen bij nimfen

Het advies is eerst de dorre bladeren te vervangen door eerst de bladeren van de oude takjes in de bak af te knippen en deze in de bak te laten liggen met de nimfen eraan. De takjes en sommige bladeren verwijderen. Zo ga je door totdat alle takjes uit de jampot met gaatjes zijn verwijderd. Als de jampotjes schoongemaakt zijn, worden deze terug gezet en de nieuwe takjes erin gezet. Een paar dagen later verwijder je het verdroogde blad eruit. Wel goed opletten of hier geen nimfen aan zitten.

Onderhoud

Op de bodem leg je bijvoorbeeld een paar centimeter zandbak- of tegelzand. Hiermee wordt schimmel voorkomen. Het droge zand neemt makkelijk vocht op en geeft het ook makkelijk weer af. Voordat het zand gebruikt gaat worden is het nodig het zand goed te laten drogen.

De poepjes kun je gewoon laten liggen. Evenals het bladafval. Wanneer er erg veel ligt, kun je dit makkelijk met een lepel opscheppen en verwijderen. Wanneer er eitjes komen kun je die ook laten liggen.

Bij het schoonmaken gooi je poepjes met eitjes op een dienblad en kun je vrij makkelijk scheiden. Je kunt bijvoorbeeld een theezeefje gebruiken om snel het zand te scheiden van poepjes en eitjes. Om daarna de eitjes te scheiden van de poepjes. Van binnen worden de ruiten alleen met keukenpapier met een beetje warm water schoongemaakt.